COLUMN: Broodnijd

KATWIJK – Het wordt hoog tijd dat de gemeente een andere koers gaat varen als het gaat om de detailhandel in de Zwaaikom. Het is mooi dat een aldaar gevestigde kledingzaak een uitzonderingspositie heeft verworven maar daarmee is gelijk alles gezegd. Winkelcentrum ZeeZijde wil liever niet dat in de Zwaaikom winkels worden gevestigd die concurreren met de winkels in hun eigen winkelcentrum. Zeezijde is voorstander van een compact winkelcentrum, ondermeer omdat een dergelijk winkelcentrum meer publiek zou trekken. Er zou een trend zijn voor het realiseren van compacte winkelcentra.

Het gemeentelijk beleid ten aanzien van de Zwaaikom is nu dat alleen winkels met een maritiem karakter gevestigd mogen worden in dit winkelgebied bij het Prins Hendrikkanaal. Dat is vragen om problemen. Eenzijdigheid van aanbod verkoopt niet en daar is de Zwaaikom een cynisch voorbeeld van. Tegelijkertijd moeten we vaststellen dat in de Zwaaikom het begrip ‘maritiem’ een breed begrip is, afgezien van die ene kledingzaak. Want wat is er ‘maritiem’ aan een reisbureau, stoffenwinkel, kapper en naaimachine-zaak? Overigens is de genoemde kledingzaak een winkel voor tweedehands kleding waar nog prima bruikbare afgedankte kleding kan worden gebracht tegen 40% van de verkoopprijs.

Ik kan me er alles bij voorstellen dat voor zo’n handel destijds een uitzondering is gemaakt. Nu wordt het tijd om alle restricties overboord te gooien, om maar in maritieme termen te blijven. Er zijn in de gemeente Katwijk wel meer winkelcentra anders dan winkelhart Zeezijde. Hoe compact wil je het hebben? Je zou een proef kunnen doen met de weekmarkt op vrijdag door maar 4 kramen te plaatsen. Lekker compact, maar of er veel geld wordt verdiend? De vraag stellen is ‘em beantwoorden. Overigens valt het vermeende succes van een ‘compact’ winkelcentrum in het geval van winkelcentrum Zeezijde nogal tegen. Het Koopstromenonderzoek 2018 wijst uit dat over de hele linie de bestedingen in het centrum van Katwijk aan Zee achteruit zijn gegaan, ten opzichte van 2016 toen het voorlaatste onderzoek werd gehouden. Zowel voor dagelijkse als niet-dagelijkse boodschappen zijn de bestedingen teruggelopen. Nog specifieker: de bestedingen voor mode en luxe zijn met 4 miljoen euro teruggelopen.

Je kunt zeggen dat die terugloop te wijten is aan het online-winkelen. Vast en zeker een oorzaak. Aan de moordende concurrentie van kledingzaken in de Zwaaikom lag het in ieder geval niet, want die waren er in 2016 ook niet. Kortom, het wordt hoog tijd dat de gemeente Katwijk het algemeen belang voorop stelt en niet al te sturend optreedt. Zoals de Katwijkse Ondernemersvereniging het stelde in een brief aan de gemeente: Faciliteer en maak mogelijk; de rest doet de ondernemer. Wat mij betreft geldt dat ook voor buurtwinkels die hun zaak willen uitbreiden. Laat de inwoners maar bepalen waar ‘brood’ in zit.

Maak van de Zwaaikom een bloeiende entree van Katwijk aan Zee. Het is nu eenmaal geen porum om dagjesmensen die met de firma Van Hulst Katwijk aan Zee komen binnenvaren, te confronteren met een leegstaande winkels, omdat een verderop gelegen ondernemersvereniging dat liever niet wil hebben. Doorzichtige broodnijd mag er niet de oorzaak van zijn dat winkelgebied De Zwaaikom niet volledig tot z’n recht komt.