De Andreasplein-klucht duurt voort. Dit keer zorgt de indeling van de terrassen op het maagdelijk lege plein voor onrust. Bij de herindeling van het Andreasplein was het in eerste instantie de bedoeling dat er midden op het plein een terrassenbeleid zou komen voor de verschillende horeca-ondernemers. Echter, de horecaondernemers geven de voorkeur aan een terras langs de rand omdat er nog weleens een evenement op het Andreasplein wordt georganiseerd. Dat betekent dat het terras moet worden ontruimd, bijvoorbeeld met een wekelijkse Toeristenmarkt, en daar hebben de ondernemers geen zin in.
De indeling van het Andreasplein, toch groot genoeg voor meer dan drie stoelen, leverde ook al gezeur op omdat de ondernemers er onderling niet uitkwamen. Dat noopte de gemeente ertoe om een indeling te tekenen die, hoe verrassend, niet ieders goedkeuring kon wegdragen maar dat hebben de horecaondernemers natuurlijk aan zichzelf te danken.
Je kunt natuurlijk denken in ‘problemen’ maar ik zou de horecaondernemers en de gemeente willen oproepen om te denken in ‘oplossingen’. Hoe moeilijk kan het zijn? Het Andreasplein is groot genoeg om een flink aantal tafels en stoelen neer te zetten. Plaats een terras van een bepaalde omvang, verdeel het aantal stoelen over het aantal horeca-ondernemers (dus ook de horecaonderneming Hé Jij) en zorg ervoor dat iedere horecaonderneming duidelijk herkenbaar is, met bijvoorbeeld de afzonderlijke menukaarten. Op die manier is iedere ondernemer zichtbaar en pakt iedereen ‘een centje’. De wens om het terras zo dicht mogelijk bij de eigen onderneming te situeren, begrijp ik eerlijk gezegd niet. Een groot leeg plein biedt kansen op meer stoelen en dus meer omzet.
Verder is het al eeuwenlang gebruikelijk dat een plein een stralend middelpunt vormt voor menig evenement. Dan is het natuurlijk prettig als toeschouwers nog ergens een bakkie kunnen doen. Wat is precies het bezwaar als de terrassen dan naar de randen van het plein worden verplaatst? Wellicht moet een weg worden afgesloten, de overgebleven terrasstoelen verdeel je opnieuw over de horecaondernemers en de niet-bruikbare stoelen zet je in een opslag. Iedere ondernemer heeft personeel in dienst dus dat komt goed. En ja, een opslag kost geld maar lekkernijen van een menukaart bestellen óók. Bijkomstig voordeel is dat de centrumbewoners dan niet continue last hebben van een terras onder hun gevel want er wordt niet ieder dag van het jaar een evenement georganiseerd op het Andreasplein. Daarbij, wonen in een badcentrum heeft een bepaalde waarde. Ik kan me niet voorstellen dat huidige badcentrum-bewoners die hun huis te koop zetten, korting geven op de verkoopprijs aan geïnteresseerden die graag in het badcentrum willen wonen. Enig realisme bij badcentrum-bewoners ten aanzien van reuring en terrassen lijkt me op z’n plaats.
Dat realisme verwacht ik ook van horecaondernemers en de gemeente. Horecaondernemers moeten begrijpen dat de kost voor de baat uitgaat en de gemeente moet zich realiseren dat een badcentrum soms noopt tot ‘stadse’ oplossingen. Iets meer flexibiliteit zorg al snel voor meer toegevoegde waarde voor de citymarketing. Het lijkt me dat de luxeproblemen rondom het Andreasplein snel worden opgelost.