COLUMN: Gebedsdiscussie met een happy ending?

De fractie van Hart voor Katwijk stelt voor om het ambtsgebed, voorafgaand aan de raadsvergadering en na afloop het dankwoord, te schrappen. In plaats daarvan wordt geopperd om een ieder die daar prijs op stelt, de vrijblijvende mogelijkheid te bieden om in een nader te bepalen andere ruimte dan de raadzaal het ambtsgebed bij te wonen.

Leuk geprobeerd. Dat is niet per se hatelijk bedoeld. De fractie van Hart voor Katwijk kan tellen en weet dus hoe de verhoudingen in de gemeenteraad liggen. Daarbij is de kans op raadsleden van christelijke raadsfracties met afwijkend stemgedrag ronduit nihil. Het gaat er dus vooral om dat het punt van scheiding van kerk en staat (weer) wordt gemaakt. Het is dan vooral de vraag hoeveel niet-christelijke fracties dit voorstel zullen steunen.

De scheiding tussen kerk en staat is een zwaarwegend punt maar als we de blik verbreden naar de rest van Nederland, is er weinig aanleiding om hier heel romantisch over te doen. Twee voorbeelden: Op een school wordt een leraar geschorst omdat hij een profeet van een bepaald geloof zou hebben beledigd. De geloofsopvatting van een paar leerlingen wordt kennelijk op meer waarde geschat dan goed onderwijs. In de afgelopen jaren zijn diverse seculiere (!) onderwijsinstellingen, zoals universiteiten, ertoe overgegaan om uit eigen beweging gebedsruimtes in te richten voor islamitische studenten. Deze instellingen hadden ook kunnen verwijzen naar nabijgelegen gebedshuizen. De grote woorden over het ambtsgebed van seculiere partijen, zoals die van de minister van Binnenlandse Zaken, heb ik in deze gevallen gemist. Dat is natuurlijk nog geen reden om deze scheiding van kerk en staat terzijde te schuiven. Echter, de praktijk is weerbarstig, zo blijkt wel.

Democratische besluitvorming is wat mij betreft het grootste goed, zeker als kiesgerechtigden en volksvertegenwoordigers de moeite nemen over bepaalde zaken na te denken. Dat leidt ertoe dat in een gemeenteraad, Tweede Kamer of provinciale vergaderzaal over bepaalde kwesties op verschillende tijden verschillend kan worden gedacht, afhankelijk van de verhoudingen, samenstelling en situaties op dat moment. De democratische praktijk kan dus weerbarstig zijn. Zo ook in de gemeente Katwijk. Je zou kunnen stellen dat de kiesgerechtigde inwoners van Katwijk in 2018 in meerderheid impliciet hebben gekozen voor een ambtsgebed. Bij toekomstige gemeenteraadsverkiezingen kan dat natuurlijk anders zijn.

Zoals de omroep KRO ooit schreef in reactie op een sollicitatiebrief van een beginnende Andre van Duin: ‘Probeert u het over tien jaar nog eens een keer’. Een zelfde boodschap heb ik, bij wijze van spreken, voor de fractie van Hart voor Katwijk en wellicht andere fracties. Over drie jaar zijn er alweer gemeenteraadsverkiezingen en maak er dan een verkiezingsitem van. De kiezer kan zich dan weer uitspreken, zoals het vorig jaar ook deed, en dan zullen we eens zien hoe de kaarten zijn geschud.