Een bekend wapen in het politieke steekspel is timing. Het was dan ook geen toeval dat de belangrijke Kamerbrief van minister Wiebes over de toekomst van warmtenetten op vrijdagmiddag 20 december vlak voor het begin van de kerstvakantie werd verstuurd. De brief bevat een aantal elementen die van belang zijn voor de 1,5 miljoen huishoudens die voor 2030 gasvrij moeten worden gemaakt en de 27 ‘proeftuinen’ die twee jaar geleden werden aangewezen om te experimenteren met het gebruik van diverse warmtebronnen. Ook de Hoornes maakt op dit moment onderdeel uit van die ‘proeftuinen’ en kwam in aanmerking voor ruim vier miljoen euro subsidie. Later dit jaar zal er een definitief besluit vallen of het gasvrij maken wel of niet doorgang zal vinden. Er gaat tegen die tijd veel over gesproken worden en daarom wil ik een belangrijk kernpunt bespreken dat van essentieel belang is om straks de discussie goed te kunnen voeren.
Op dit moment is het kabinet bezig met de opzet van de ‘Warmtewet 2.0’, waardoor er meer mogelijkheden zijn voor gemeenten en warmtebedrijven om een warmtenet op touw te zetten. De betaalbaarheid, leveringszekerheid en duurzaamheid staan hierbij volgens Wiebes centraal, maar uit de brief blijkt ook dat hier in de praktijk grote vraagtekens bij kunnen worden gezet. Warmtebedrijven zouden namelijk in de toekomst een hoger rendement moeten kunnen krijgen om investeren aantrekkelijker te maken, maar dit zal in de praktijk betekenen dat u meer zal gaan betalen. Warmtebedrijven maken op dit moment niet genoeg omzet doordat er een maximumhoogte is voor de warmtetarieven door de koppeling met de gastarieven. Het loslaten van de huidige koppeling tussen de gas- en warmtetarieven zou daarmee afnemers op kosten kunnen jagen omdat warmtebedrijven de werkelijke prijs van warmte zullen gaan vragen. Burgers zijn straks gekoppeld aan een prijzig collectief warmtenet dat wordt opgezet door een (publiek) warmtebedrijf met een monopoliepositie en waarbij de onderneming kan kiezen voor een hoger rendement…Een recept voor problemen en de landelijke politiek moet hier het eerlijke verhaal vertellen.
De eerste warmtenetten zullen voornamelijk worden opgezet in wijken met relatief veel corporatiebezit. Burgers die nu al te kampen hebben met financiële problemen zullen de eerste klappen krijgen als het betaalbaarheidsaspect niet voldoende is gewaarborgd. Daarnaast zijn de kosten voor de verschillende warmtebronnen zeer verschillend en dit zou in de praktijk betekenen dat er grote kostenverschillen kunnen ontstaan tussen gemeenten of zelfs op wijkniveau. Het zal de kloof tussen wijken door de verschillende energielasten alleen maar verder vergroten, zoals de branchevereniging voor woningcorporaties Aedes eerder al opmerkte. De ongelijkheid zal op die manier alleen maar verder toenemen en het kabinet moet met een voorstel komen om dit te voorkomen.
Ondertussen is al aangekondigd dat naast de eerder 27 aangewezen proeftuinen er nog een tweede subsidieronde zal zijn voor gemeenten om te gaan experimenteren met onder andere aardwarmte, restwarmte, warmtepompen, aquathermie, biomassa en warmte-koudeopslag. De kans dat u op korte of lange termijn te maken gaat krijgen met het voorgestelde beleid is groot omdat in elke gemeente voor 2030 drie wijken gasvrij moeten worden gemaakt. Het is van groot belang om in de gaten te houden hoe de marktordening en tariefregulering georganiseerd zullen worden voor warmtenetten in de nieuwe Warmtewet. Door de huidige onzekerheid zouden verstandige burgers het beleid moeten willen afwachten en zich niet committeren aan afspraken die over een aantal jaar volstrekt verkeerd uit weten te pakken.
De afweging die het college moet maken is: moet Katwijk nu voorop lopen terwijl er qua wet- en regelgeving nog veel gaat veranderen of wachten we op de Warmtewet 2 zodat we weten als gemeente waar we aan toe zijn? Partijen (in Katwijk) die zich daadwerkelijk zorgen maken over de betaalbaarheid van de energietransitie zouden zich uitvoerig moeten buigen over de nieuwe Warmtewet die in 2022 van kracht moet worden. De zekerheid en financiële positie van huishoudens in de Hoornes staat op het spel.
Sonny Spek (Fractievoorzitter DURF)
(Column op persoonlijke titel)