Na het Coligny debacle heeft het college ruimschoots de gelegenheid gehad om de problemen met het management en de organisatie op te lossen. Als dan na een aantal jaren blijkt dat er helemaal niets veranderd is, en er opnieuw miljoenen door het afvoerputje zijn gegaan, dan is dat schokkend en onaanvaardbaar. KiesKatwijk verwachtte dat de eindverantwoordelijken op bestuurlijk en ambtelijk niveau de handdoek in de ring zouden werpen om de zaak door anderen te laten oplossen. Dat is echter niet gebeurd. Voor wat betreft de betrokken wethouder hebben we daar begrip voor omdat hij pas een paar weken in functie is. Vervolgens is het dan in onze ogen noodzakelijk om als college met een oplossingsrichting te komen die echt geloofwaardig is en werkt. KiesKatwijk wil dat de leiding wordt overgenomen door een interimmanager die een plan van aanpak maakt en die dat zelf gaat uitvoeren. Wij hebben er geen vertrouwen in dat de leiding zichzelf deze keer wel aan de eigen haren uit het moeras kan trekken. Daar hebben we het college op aangesproken. De reactie was teleurstellend. Op 7 april was het “wij hebben het niet geweten”, dus waar zeur je over ? Op 14 april was het vooral irritatie en het zich op edele delen getrapt voelen. Met name de burgemeester moet het zich als aanvoerder aantrekken dat de gemeente opnieuw dramatisch gefaald heeft bij een technisch project. Weer met dezelfde herstelmaatregelen komen die vroeger niet geholpen hebben is geen uiting van lef of van inzicht in de achterliggende oorzaken. Een flutbriefje naar de gemeenteraad sturen waarin bevestigd wordt hoe de formele verantwoordelijkheden liggen geeft geen blijk van een echt gevoel van urgentie. De coalitiepartijen vonden het gesloten houden van de eigen rijen blijkbaar opnieuw belangrijker dan het belang van de gemeente en haar inwoners. B&W wist dus bij voorbaat dat ze met alles konden wegkomen. Zelfreflectie was daarom overbodig, het eigen ego blijft belangrijker dan resultaten. KiesKatwijk zag daarom geen andere uitweg dan om nu maar eens keihard op de politieke tafel te slaan en heeft de ingediende motie van wantrouwen daarom gesteund.