Elke week spreken we naast burgemeester Cornelis Visser ook een wethouder over de ontwikkelingen rondom de coronacrisis in Katwijk. Deze week wethouder Gerard Mostert.
Wethouder Gerard Mostert, u bent onder andere wethouder voor sierteelt. Dat is in uw portefeuille hetgeen wat het meest raakt denk ik?
Klopt, het is dramatisch. Hele oogsten moeten worden vernietigt. Er is heel weinig wat kan worden verkocht. Katwijk is voor 30 procent afhankelijk van de sierteelt. Als daar wat gebeurd, dan voelen we dat heel goed.
En er gebeurt nogal wat hé?
Als jij je handel niet meer kwijt kan in Frankrijk of italië, merk je dat direct. Als jij je oogst uit je kassen niet meer kwijt kan op de veilig, merk je dat direct. Als je die oogsten waar je met hart en ziel aan hebt gewerkt moet vernietigen, doet dat heel veel pijn. Niet alleen in de portemonnee, maar ook in het hart. Het betekent heel veel voor mensen die in de sector werken. Bedrijven houden dit niet heel lang vol.
Daarom ben ik blij dat we in landelijk verband samenwerken met de Greenports om steunmaatregelen bij het kabinet te organiseren. In de Kamer is gezegd dat ze met een noodfonds komt voor deze sector. Sommige bedrijven staan echt op omvallen.
Hoe ziet dat noodfonds eruit?
Daar wordt nog aan gewerkt. Voor ons is het belangrijk dat er genoeg inzit, en het snel vrijkomt. Sommige bedrijven kunnen het echt niet lang meer volhouden. We willen de werkgelegenheid behouden. Uiteindelijk gaat het om mensen met gezinnen die inkomen nodig hebben.
Hoort u signalen dat salarissen niet meer worden betaald?
Er zijn bedrijven die op omvallen staan en aan hun personeel vragen, “kunnen we iets regelen”. Dat kan niet te lang duren natuurlijk. In Den Haag moet het geld loskomen. Dat wordt nu uitgewerkt.