Afvalinzameling is een heet hangijzer in de gemeente Katwijk. De gemeenteraad heeft besloten op een andere manier afval in te zamelen. Dat zorgt bij inwoners voor veel vragen en ook gemeenteraadsleden zijn nog niet geheel overtuigd. Het blijkt ook dat er veel misvattingen bestaan over bepaalde manieren van afvalinzamelen.
Vorige week donderdagavond was Samuel Stollman van de NVRD in het gemeentehuis om aan de raadsleden uitleg te geven over feiten en fabels over afvalinzameling. De Koninklijke NVRD verenigt de Nederlandse gemeenten en hun publieke bedrijven die verantwoordelijk zijn voor het afvalbeheer en het beheer van de openbare ruimte.
De bijeenkomst ging vooral over nut en noodzaak van afvalscheiden. Niet zozeer over afval inzamelen in het algemeen.
Restafval verbranden is duur
Dat gemeenten steeds meer inzetten op gescheiden afval inzamelen is niet gek. De prijzen voor het verbranden van restafval stijgen hard, en gaan in de toekomst ook nog verder stijgen. Dat komt door verbrandingsbelasting, een CO2-heffing vanaf 2025 en inflatie. Ook leveren gescheiden grondstoffen minder op. Dat zorgt ervoor dat de afvalstoffenheffing de spuigaten uitloopt.
De afvalstoffenheffing is de belasting die alle inwoners betalen voor de verwerking van afval. Het is een gesloten systeem. Geen enkele euro die er mee opgehaald wordt, mag voor iets anders worden gebruikt. Er mag ook geen enkele euro ingestopt worden, buiten de afvalstoffenheffingen die binnenkomen. Wij betalen precies wat het kost.
Afval scheiden loont
Afval scheiden loont. Dat klinkt logisch. De NVRO heeft uitgerekend wat de afvalstoffenheffing doet voor een gemiddelde gemeente. Startjaar is 2019. Daar betaalt een gemiddeld gezin 200 euro afvalstoffenheffing.
Als die gemeente geen maatregelen neemt, betaalt men in 2023 300 euro. Neemt de gemeente enkele maatregelen blijft de stijging beperkt tot 250 euro. Zorgt de gemeente voor een stevige reductie van het restafval, blijven de kosten gelijk op 200 euro. Een verlaging zit er niet aan te komen, mits een gemeente volledig restafval vrij wordt, en dat is nu niet realistisch.
Wat te doen?
In Katwijk wordt in 2024 diftar ingevoerd. Inwoners die veel restafval aanbieden, en dus niet goed scheiden, betalen meer dan de buurman die wel goed afval scheidt. Een eerlijk systeem volgens Stollman. ‘Waarom zou je willen betalen voor de troep van een ander?’ Om het aantal kilo’s restafval naar beneden te brengen, is er geen gouden maatregel. De gemeente moet inzetten op communicatie èn financiële prikkels èn een bepaalde service bieden. Als één van die drie componenten niet op orde is, gaat het niet lukken om doelstellingen te halen, en stijgen de kosten alsnog.
Wederom heeft de NVRO het een en ander later doorrekenen. Een gemiddelde gemeente met 220 kilo restafval per persoon per jaar komt met alleen communicatie na dertig jaar uit op 200 kilo restafval per persoon per jaar.
Met een financiële prikkel – betalen voor restafval – daalt dit naar 120 kilo. Als een gemeente dan ook het serviceniveau aanpast – dus bijvoorbeeld GFT, papier en PMD elke week aan huis ophaalt – daalt het naar 70 kilo per persoon per jaar. Als de gemeente dan ook zeer intensief communiceert, intensief gescheiden afval inzamelt èn inwoners gemotiveerd zijn, daalt het naar 30 kilo per persoon per jaar.
Bron- èn nascheiding
De laatste tijd gaan stemmen op om over te stappen van bronscheiding naar nascheiding. Dat klinkt handig, al je afval in één bak gooien en de afvalverwerker zoekt het machinaal uit. Dat is dus niet zo. Nascheiding werkt alleen voor PMD (plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons), ongeveer 10 procent van het huishoudelijk afval. Al het andere moet nog steeds gescheiden aangeboden worden.
Nascheiding heeft nog een ander nadeel. Machines scheiden nog niet zo goed als mensen kunnen. Dus daalt het aantal kilo’s restafval minder hard dan als men het zelf scheidt.
Echter werkt bronscheiding, ook voor PMD, pas echt als inwoners er gemotiveerd voor zijn. En dat kan alleen als de gemeente inzet op communicatie èn financiële prikkels èn een bepaalde service. Mocht dat niet goed te doen zijn, kan een gemeente besluiten om te kiezen voor nascheiding voor PMD. ‘Bronscheiding waar kan, nascheiding waar moet.’
Diftar werkt
Dat diftar – het gedifferentieerd tarief voor restafval – werkt, blijkt uit een tabel. Gemeenten die diftar hebben ingevoerd, zitten structureel goedkoper dan gemeenten die dat niet doen.
Gegarandeerd succes?
Is diftar invoeren dan de gouden maatregel? Nee. Uitgebreide communicatie is cruciaal voor draagvlak.
Er is maatwerk voor belangrijke doelgroepen nodig. Er is mogelijk verschil nodig tussen laagbouw en hoogbouw, er moet geïnvesteerd worden in scheidingfaciliteiten en er moet goede handhaving zijn.
En tot slot: ‘Accepteer weerstand tegen veranderingen’ hield Stollman de raadsleden voor.