Ooit waren de Romeinen in ons land. Ze brachten beschaving en het was een relatief vredige periode. Zo sprak de Romeinse veldheer Drusus op een rots al recht over de Tubanten. Door partijquerelen verviel echter dit machtige rijk en werd ons land opgevolgd door het feodale tijdperk van leenmannen en vazallen. Deze leenmannen beloofden trouw aan de keizer of koning en waren o.a verantwoordelijk voor de inning van belastingen. Maar ook dit stelsel bezweek want deze heren beloofden vooral innig trouw aan zichzelf. De ridders met hun pages en schildknapen verschenen nu ten tonele. Ze bouwden imposante en peperdure burchten en voerden ter vermaak veelal abele spelen op. Ridderlijkheid en ruiterlijkheid waren in vele opzichten nog levende begrippen. Niet achter schermen kiekeboe spelen. Met open vizier bestreden ze dan ook het kwaad en hielpen ze zwakken. Op deze ridders kon je staat maken. Ware karaktergrootheid. Maar door de avontuurlijke kruistochten raakte het geld snel op, takelden vervolgens de burchten af en zo ook jammerlijk onze ridders. Na een lastige periode werd het eindelijk rustiger. Graven, jonkheren en baronnen maakten nu de dienst uit. Talloze in harris tweed gehulde baronnetjes moesten over hun uitgaven verantwoording aan de graven afleggen maar sommigen trokken zich daar weinig van aan en gingen hun eigen weg.  Ze stichtten havezathen, protserige buitenverblijven en kastelen en hielden grote diner dansants. Ze koutten onder het genot van dampende Deli sigaren met plaatselijke fatten over de jacht, successen in de Oost of een rendez-vous met vrouwen met boa’s om op koetsvrije promenades aan de Franse Rivièra. De graven kregen er maar geen grip op.
Een der bekendste kastelen is het Twickel in Delden. De prachtige en voor het publiek toegankelijke kasteeltuinen met zijn majestueuze eiken op deze Twentse heerlijkheid worden allemaal met zorg en liefde onderhouden want het adagium van de kasteelheren luidt immers: Behouden en doorgeven. Voor later. Zo wist de toenmalige bewoonster, barones van Heeckeren van Wassenaer (moge haar ziel rust vinden), met een actiegroep de aanleg van een provinciale weg op het landgoed  in 1972 tegen te houden. Het besluit was nl. al genomen maar het werd teruggedraaid! Nu onvoorstelbaar.
Wie durft thans op eerder ingenomen opvattingen terug te komen in plaats van eigenwijs vast blijven houden aan standpunten?
Kennelijk hadden baronnen nog enorm veel macht en invloed. Anno 2019 ook weer maar ze heten nu ‘teamleider’, ‘manager’ of ‘chef. Ze dragen clownesk gekleurde puntschoenen, praten over vakanties en protserige auto’s en niemand weet wat ze doorgeven.
Een der landgoederen dat trouwens eigendom is van de stichting Twickel is het landgoed Wassenaar. De RijnlandRoute, die voor een snellere doorstroming van het stikstofverkeer moet zorgen, vormt een enorme bedreiging voor deze groene long van dit mooie gebied. De aanleg van zulke wegen wordt veelal aangestuurd door moderne baronnen. De machtige bouwmaatschappijen en ingenieursbureaus. Probeer daar maar als eerzaam Katwijks edelmannetje tegen te strijden.
Onze ingetogen barones op Twickel zou daarom met het bouwen van woningen in een wei er niet om gemaald hebben mits zij in de toewijzingscommissie had mogen zitten. Want adel zoekt nu eenmaal adel. Of de barones samen met de actiegroep die RijnlandRoute had kunnen tegenhouden?
“Om te kunnen overleven moeten we de auto afschaffen”, zou ze wellicht hebben gezegd. ‘Voor later’.

Bas Zweng
Katwijk Zee