‘Het is stil en een beetje mistroostig dat ik hier alleen sta.’ Zo begon burgemeester Cornelis Visser zijn toespraak dinsdagavond voor de camera van RTV Katwijk/Alles over Katwijk ter gelegenheid van de nationale Dodenherdenking. ‘Herdenken wil ik samen doen, met u en iedereen in Nederland.’

Vanwege de coronacrisis was er ook dit jaar geen publiek welkom bij de kransleggingen bij de oorlogsmonumenten.

‘We moeten de grote verhalen blijven vertellen, maar ook de kleine verhalen’, aldus Visser, die als voorbeeld daarvan het verhaal van de helmplanter Pieter Kuijt in herinnering bracht (zie elders in deze krant). ‘Het verhaal van Pieter Kuijt is een verhaal om niet te vergeten.’ Hij bracht ook de onlangs overleden Katwijkse veteraan Camiel Strizko in herinnering.

‘De Dodenherdenking blijft ook 76 jaar na de bevrijding een belangrijk moment’, aldus de burgemeester. ‘Een moment om stil te staan bij de mensen die toen zijn gevallen en een moment om stil te staan bij wat vrijheid voor mij en ons betekent.’

In Katwijk en Rijnsburg werden kransen gelegd door de wethouders.

Reclame